Een deel van de starters op de woningmarkt verzet de overdracht van hun nieuwe woning naar volgend jaar. Daarmee kunnen ze duizenden euro’s aan overdrachtsbelasting besparen. Dat zegt een woordvoerder van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) maandag tegen NU.nl.
De belangenorganisatie peilde onder de achterban of er verschuiving zichtbaar is in de agenda’s van de notarissen, naar aanleiding van de op Prinsjesdag aangekondigde wijzigingen. Vanaf 1 januari 2021 hoeven jonge starters helemaal geen overdrachtsbelasting te betalen, voor nieuwkomers op de woningmarkt ouder dan 35 jaar geldt een tarief van 2 procent.
Een derde van de notarissen die de KNB ondervroeg geeft aan dat kopers de datum van de overdracht van de nieuwe woning willen uitstellen naar volgend jaar. “De overdracht is het moment waarop je de belasting moet betalen”, licht de woordvoerder toe. Maar het naar een later tijdstip verschuiven van de overdrachten leidt er niet toe dat de notarissen nu ineens lege agenda’s hebben.
“Het omgekeerde komt ook voor”, zegt de woordvoerder. “Want vastgoedbeleggers gaan juist meer betalen. Daarvoor wordt het tarief 8 procent.” Dat geldt ook voor vakantiewoningen die verhuurd worden. “Deze groepen zullen geneigd zijn de overdrachtsdatum naar voren te halen”, aldus de KNB. Dat dempt het effect van de starters die pas volgend jaar bij de notaris aan tafel willen zitten.
En volgens de notarissenorganisatie is er door de lage rente nog steeds een run op het oversluiten van hypotheken, iets dat ook bij de notaris moet gebeuren. “We zitten zeker geen duimen te draaien.” De KNB vertegenwoordigt zo’n negenhonderd notariskantoren.
